In mijn reflecties mediteer ik over momenten tijdens mijn ontdekkingsreis in dans, vrijwilligerswerk met mensen met dementie, en meer.
—
Ergens in de enorme ruimte die we ons universum noemen, bewegen sterren zich op hun eigen tempo door de kosmos. Sommige reizen alleen, andere trekken liever samen op. En waar sommige sterren grote sprongen maken, een drastische beweging van de ene plek naar de andere, zweven andere tevreden rond in hetzelfde gebied. Het is een mysterie waarom sommige sterren zweven en anderen springen. Maar zo is het altijd geweest.
Tussen de miljoenen lichten aan de hemel was een kleine ster op reis. Soms vergezeld door anderen, soms alleen, maar de kleine ster was nooit echt eenzaam. De ruimte om haar heen was gevuld met sterrenstelsels vol sterren, ieder op hun eigen pad.
Op een dag verscheen er een mistige planeet, die mee begon te drijven naast de kleine ster. Nieuwsgierig naar de mysterieuze planeet zweefde de kleine ster door de mist en ontdekte dat de planeet, ondanks klein in formaat, rijk is aan bloemen. En al snel kwam de kleine ster erachter dat de planeet vol bloemen bewoont werd. Op de planeet wandelde een ster vrolijk rond. De ster zweefde niet en sprong ook niet. Ze liep eenvoudig in cirkels op de planeet, terwijl de planeet zelf door de ruimte dreef. De ster liep en begroette de bloemen, probeerde hun namen te onthouden, maar vergat ze telkens weer. Wanneer ze opnieuw langs de bloemen kwam, glimlachte ze stralend en zei: “Wat een prachtige bloem!”
De kleine ster begroette de ster op de planeet vanuit de lucht. “Hallo, ster, waarom ben je daar beneden?”
De ster keek omhoog en straalde helder. “Hallo daar!” antwoordde ze, en vervolgde haar wandeling.
De kleine ster was een beetje verward, maar haar nieuwsgierigheid zorgde ervoor dat ze de ster vanuit de lucht bleef volgen. De ster liep in cirkels, stapte op elk deel van de planeet, en toch bleef ze alles ontdekken alsof het allemaal nieuw was.
“Waar kom je vandaan, ster?” vroeg de kleine ster.
“Ik herinner het me niet,” antwoordde de ster met een glimlach terwijl ze bleef lopen. “Maar nu ben ik hier.”
De kleine ster zweefde dichter naar de ster toe, maar kon de planeet niet aanraken. Ze bleef zweven, zelfs op millimeters van de grond. Toen realiseerde de kleine ster zich dat de ster op de planeet werd vastgehouden door een kracht die haar daar hield, waardoor het onmogelijk was om weg te zweven.
De kleine ster zweefde naast haar terwijl ze doorging met het verkennen van de planeet, waarvan ze waarschijnlijk elk stukje al had gezien. Maar de ster was vergeetachtig en ontdekte het telkens opnieuw. Terwijl de ster glimlachte en liep, keek de kleine ster omhoog naar de hemel. De mist bedekte het zicht op de rest van het universum, waardoor de andere sterren vaag en ver weg leken. De kleine ster kon het niet helpen om verdrietig te worden voor de ster, die vast leek te zitten op de planeet en wiens licht door de mist werd gedimd.
Terwijl de mistige planeet haar stille reis voortzette naast de kleine ster, dook de kleine ster keer op keer terug, zwevend naar beneden om tijd door te brengen met de wandelende ster. In deze momenten werd hun licht samen iets helderder. Hoewel de mist het universum om hen heen verduisterde, maakte hun gedeelde gloed een deel van de mist helder. Nu voelde het universum minder ver voor de ster en kon het universum genieten van de prachtige bloemen waar de ster zo goed voor zorgde.